RAFIKI JAZZ - NDUGGU: DUST

 

Het Londense gezelschap rond griot Kadialy Kouyaté blijft op zijn vijfde plaat een bijzonder fenomeen. Zoals ze dat altijd al deden, maken ze ook nu weer “wereldmuziek” in de zuiverste betekenis die je die foeilelijke term kunt toekennen. De onderhand bekende pandemie maakte dat het gezelschap, dat al jaren aan een stuk de hele wereld rondreist, gedwongen was een andere aanpak te kiezen. De moderne techniek bracht redding: er bestaan tegenwoordig virtuele platformen, waar je “in real time” samen muziek kunt maken, al zit je duizenden kilometers van elkaar verwijderd. Tel dat gegeven op bij de samenstelling van de band, waar sowieso muzikanten met achtergronden uit de vier windstreken samenkomen én bij de inbreng van vier gastmuzikanten en -zangers en je weet al vooraf dat je je wereldmuziek niet snel meer internationaal geserveerd zult krijgen.

Zo wordt er geopend met “Naalaikku Nalla Naal”, een nummer van vast bandlid en violist van Indiase komaf, Vijay Venkat: een heerlijk deinende typisch Indiase melodie, die nochtans opgefleurd wordt met steelpan-drums, kora, glockenspiel, tabla en pandeiro, waardoor je niet anders kunt dan de term “global” gebruiken om te omschrijven wat je hoort. Qua binnenkomer kan dat tellen, temeer daar ook nog eens drie van de bandleden samen of apart de zang voor hun rekening nemen: Sarah Yaseen, Vijay Venkat en Kadialy Kouyate geven elk een eigen toon en klankkleur aan deze van zichzelf al bijzondere melodie, die je als luisteraar meteen bij de lurven vat.

“Nduggu” betekent “stof” en de term is gekozen vanwege de meerlagige betekenis die “stof” in een mensenleven kan krijgen. We zitten in een nooit eerder geziene klimaatverandering, die een flink deel van de wereld onder het stof zal bedekken (we noemen dat ook wel eens “verwoestijning”) en in de titeltrack -een onuitgegeven Fula song van halftijdse Nederlander Badou Jobe, die je kunt kennen van bij Ifang Bondi of de Super Eagles Band zingt Rafiki Jazz over de effecten die dat vandaag al heeft van de Sahara tot Sudan, waarbij zij zich vooral afvragen of iemand er bij stilstaat, wat dit allemaal met de mensheid zal aanvangen.

“Stof” is volgens wereldwijd gedeelde opvattingen ook datgene waartoe we allemaal zullen terugkeren na onze dood. Gastpercussioniste Millie Chapanda levert hier een lichtjes adembenemende bijdrage, waarna Sarah Yaseen met “Tum na Aaye” een stukje Urdu-poëzie van de grote Faiz Ahmed Faiz, dat erom handelt, dat we als mens onze leefwereld slechts vorm weten te geven in de mate dat we erin slagen ons met anderen te verbinden.

Met “Ngozi Ucheoma” gaat de band de Highlife toer op: gastzanger K.O.G. (Kweku Sackey) -de afkorting staat voor “Kweku Of Ghana” doet de fraaiste dingen op de begeleidende steelpan- en gitaarklanken is een song die de Mens aanmaant: “open je hart en omarm het leven”. “Omkoth Ma’ai” is dan weer traditioneel Arabisch en de Egyptische zanger en oud speler Mina Mikhail Salama krijgt de fijnste percussie toegespeeld vanwege gast Amir Ezzat.

Kadiali Kouyaté gaat dan aan de slag met het traditionele “Bani” uit de Senegalese Mande-canon: ook hier verrassen de steelpan en de ney-klanken iets wat in het klassieke wiegenliedje uit Kashmir, “Hukus Bukus”, overgenomen wordt door zowel de zang als door de klankenreeksen van de tekst. Fantastische bewerking van een nummer waarvan u misschien niet de titel kent, maar wel de melodie zal herkennen, zodra u ze hoort.

Afsluiter “Gesi Baglari”, een van oorsprong Turks lied, dat hier een nieuwe bewerking krijgt, is een heel mooi orgelpunt van een heel fraaie plaat van een gezelschap dat, in weerwil van allerlei strekkingen en stromingen die het tegenovergestelde propageren, er moeiteloos in slaagt zijn muziek-zonder-grenzen een bijzonder overtuigende invulling te geven. Heerlijk schijf, nog maar eens, van een sowieso fantastisch
orkest !

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

Label: Konimusic

video